Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de [17]struis, en de nachtuil, en de koekoek, en de sperwer naar zijn aard; 17. Hebreeuws, de dochter van den struis. Sommigen menen dat deze benaming daarvan komt, omdat onder deze vogels gene mannetjes, maar alleen wijfjes zouden zijn. Anderen, de uil.